De cijfers en het crisisgevoel

Nederland bevindt zich volgens de opiniemakers in een polycrisis. Poly is het Griekse woord voor veel. In dit verband worden genoemd de wooncrisis, de oorlog in Oekraïne, de milieu- en/of CO2-crisis, de asielzoekers- en immigrantencrisis, de crisis in de (geestelijke) gezondheidzorg, het wantrouwen in de overheid, de gas- of energiecrisis, de koopkracht- of economische crisis, de hoge inflatie en misschien vergeet ik er nog een paar. Want in de te veel praatprogramma’s op tv wordt elk probleem al gauw tot crisis verheven en elke columnist haakt daar gretig op in…

Een jaar geleden, bij het begin van de oorlog, kwam er bijna geen zonnebloemolie uit Oekraïne. De winkelschappen raakten leeg, de prijzen rezen de pan uit, de gerechten voor de iftar (avondmaaltijd) tijdens de Ramadan zouden niet bereid kunnen worden. Een zonnebloemoliecrisis! Inmiddels hoor je niemand meer daarover. In ons marktkapitalistische systeem zijn andere partijen in de wereld in het gat gesprongen en de prijs van zonnebloemolie ligt onder het niveau van voor de Russische inval in Oekraïne. Toch blijft zo’n crisisgevoel lang hangen bij de burgers, ook als de cijfers anders uitwijzen.

Enigszins vergelijkbaar is de situatie met de gasprijzen. In de zomer van vorig jaar stond de TTF-prijs* op € 350 per MWuur** en een ramp voor de komende winter was volgens velen in zicht. Maar het gas werd overal vandaan gesleept en mede dankzij een milde winter, zijn de voorraden hoog en is de gasprijs gedaald tot € 50, weliswaar 2 à 3 keer zo hoog als voor de inval, maar toch. Ook hier blijft het paniekgevoel nog lang voortsudderen.

De vele crises houden verband met elkaar en vaak heeft de beleidsmaatregel die wordt ingezet om de ene crisis te verhelpen juist een versterkend negatief effect op een andere crisis. Een paar voorbeelden: de reeks renteverhogingen die de ECB nu doorvoert ter bestrijding van de inflatie, werkt negatief uit op de woningbouw en het woningbezit. De hogere beleidsrente werkt door in de financieringsrente die van belang is voor bouwers én de hypotheekrente die telt voor huizenbezitters. Hierdoor zal zowel aanbod van nieuwbouwwoningen dalen als de vraag naar bestaande en nieuwe woningen. Overigens betekent een lagere vraag naar woningen door een hogere rente – b.v. van 600.000 naar 300.000 woningen – ook dat de woningproblematiek kleiner wordt. Dat lijkt althans gedeeltelijk zo, want er blijft een grote vraag naar sociale, betaalbare huurwoningen die onafhankelijk is van de rente.

Een andere tegenstrijdigheid zit er tussen milieubeleid en koopkrachtbeleid. Als de overheid compensatie geeft voor de gestegen energieprijzen, dan kan dat juist de verduurzaming (isolatie) van woningen vertragen. Hier zien we dat beleidsmaatregelen te generiek zijn, te grof en te algemeen en niet specifiek genoeg ingezet kunnen worden op bepaalde bevolkingsgroepen.

Nu weer naar dat crisisgevoel. Het BBP van Nederland nam in 2021, het tweede corona-jaar, met 4,9% toe en in 2022 met 4,5%. Niet echt crisiscijfers, zou je zeggen. Maar komen die mooie getallen door een opleving van de export en hogere investeringen, en leverde de consument nog steeds in? Na een daling met 5,6 % in 2020 (het eerste corona-jaar) namen de consumptieve uitgaven in 2021 weer met 2,9 % toe. In 2022 namen de reële uitgaven van de consument zelfs met 6,6% toe. Hoe kunnen deze macrocijfers er zo goed uitzien? De hoofdreden is het toegenomen aantal werkenden met een betaalde baan. Inmiddels staan er nog maar 100 werkzoekenden tegenover 124 vacatures. Daarnaast is de overdrachtssteun aan de burgers toegenomen. En, het is hierboven al genoemd, dit was vaak generieke steun, bijvoorbeeld € 190 energietoeslag in november en december 2022 voor iedereen, dus ook voor hen die het niet nodig hadden. En die laatste groep kon dus extra besteden en heeft dit ook gedaan. Ook wordt wel genoemd de grote berg spaargeld die nu loskomt.

Een snel aantrekken van de consumptie duidt op een groeiend vertrouwen in de toekomst. Maar de vertrouwenscijfers die het CBS meet onder de burgers laten iets heel anders zien. Het gemeten sentiment onder de geïnterviewde consumenten – wat wel genoemd wordt een zacht cijfer – is nog steeds negatief.

Dus het gevoel van de consument (misschien ook uw gevoel) ‘klopt niet’ met de harde cijfers. Een goede verklaring hiervoor is lastig. Kloppen de interviewmethoden wel, zijn ze representatief genoeg? Of: loopt het consumentenvertrouwen altijd achter op de economische werkelijkheid of is een lager vertrouwenscijfer juist andersom een voorbode van een lagere groei? Vanouds is er een verschil tussen de macro-economische cijfers en de (micro)werkelijkheid die het individu ervaart, een individu dat misschien helemaal afhankelijk is van de voedselbank. Het lijkt of het verschil tussen de macrowereld en de microwereld steeds groter wordt.

In de politiek zien wij in groeiende mate een focus op de ongelijke inkomens- en vermogensverdeling, het verschil tussen ‘haves’ en ‘have nots’. De bruto inkomensverdeling is in Nederland niet heel gelijk, maar door belastingen, accijnzen, overdrachten, subsidies, toeslagen enz. is de netto inkomensverdeling veel gelijker, zo is althans het traditionele beeld voor ons land. Maar het kan zo zijn dat door de opeenvolging van corona, hele hoge inflatie en energiecrisis, bepaalde mensen of groepen de afgelopen drie jaar bijzonder hebben geprofiteerd – ook na de corrigerende werking van de belastingen – terwijl anderen juist zwaar werden getroffen. Dus een vergroting van een tweedeling in de maatschappij.

De ongelijkheid van de vermogensverdeling in Nederland valt in het niet bij de ongelijkheid op wereldschaal, toch gaat het hier opvallend vaak over. Er zijn nu ‘limitaristen’ die naast een minimum inkomensniveau pleiten voor een maximum aan ieders vermogen van € 2,2 miljoen. De discussies over de verdelingsproblematiek zullen waarschijnlijk nog veel feller worden.

Slot

De polycrisis heeft veel in beweging gezet, met name de hoge inflatie verstoort de verhoudingen waaraan iedereen gewend was. De media komen telkens nieuwe crises op het spoor, maar als de zaken normaliseren, wordt er minder aandacht aan geschonken. Het crisisgevoel blijft dan ook lang hangen bij het publiek. De overheid die zelf onmachtig lijkt, is niet in staat het tij te keren. De publieke en politieke aandacht richt zich aldus op het verdelingsvraagstuk.

Franke J. Burink, maart 2023
(Dit blog is een persoonlijke mening van de auteur.)

*TTF = Title Transfer Facility, eenheid van de prijzen op de Nederlandse gasmarkt
**MWuur = megawatt per uur

Inloggen

Klik op onderstaande button om direct in te loggen in uw portefeuille.

Hulp nodig bij het inloggen? Klik hier voor een instructievideo.

Wilt u liever direct inloggen bij de bank van uw keuze, klik dan hier.