Het zal geen belegger zijn ontgaan dat de oplopende inflatie nu een belangrijk thema op de beurzen is. En als de prijzen blijven doorstijgen komt ook het moment van optreden van de centrale banken dichterbij. Waar gaat dat naar toe?
De situatie in de Verenigde Staten
We kijken in deze column eerst naar de situatie in de Verenigde Staten, de grootste kapitaalmarkt van de wereld. In de praktijk zit Europa aan een elastiekje en volgt de ontwikkelingen in de VS met enige vertraging. In maart 2021 kwam het jaar-op-jaar inflatiecijfer voor het eerst sinds lange tijd boven de 2%. Dit percentage is al lang de doelstelling voor het beleid van de Federal Reserve, het stelsel van Amerikaanse Centrale Banken. Dit gold trouwens ook voor Europa. Maar na de lange periode van lage en zelfs negatieve prijsstijgingen, werd door de monetaire beleidsmakers in New York gezegd dat, ter compensatie hiervan, een tijdje een inflatie boven de 2% voor enige tijd acceptabel is en dat er dan ook niet zal worden ingegrepen. We zien hier dat de Fed met woorden de markten wil sturen en voorbereiden op nieuw beleid. Dit heet Forward Guidance. Toen de prijzen bleven oplopen, kwam de Fed met sussende woorden: de hoge inflatie zou maar tijdelijk zijn en in 2022 gaan dalen. Maar niet iedereen geloofde dit. Er ontstonden twee kampen: zij die bang zijn voor permanente hoge prijsstijgingen, met alle gevolgen van dien. En de groep die het als iets tijdelijks ziet, onder andere omdat de olieprijs toch niet verder zal stijgen. Inmiddels is het decembercijfer bekend. Dat beloopt 7%, het hoogste jaar-op-jaarcijfer sinds 1982. Ook Jerome Powell, de voorzitter van de Fed, vond dat er nu iets moest gebeuren.
Het monetaire beleid
Kort door de bocht bestaat het monetaire beleid uit twee onderdelen. Door de beleidsrente, de federal funds rate, laag te houden, nu 0 – 0,25%, wordt de korte rente in het banksysteem laag gehouden. En door het opkoopprogramma van hypotheek- en overheidsobligaties wordt de lange rente (nu 1,75%) kunstmatig laag gehouden. Powell heeft nu gesuggereerd dat in maart het opkoopprogramma wordt stopgezet en dat de funds rate met een kwart procent wordt verhoogd en daarna elke drie maanden ook 0,25%. Zal dit voldoende zijn om de inflatie onder controle te krijgen?
De twee kampen bestaan nog steeds. Het Powell-kamp van de tijdelijke hoge inflatie (alhoewel die term niet meer wordt gebruikt) denkt nog steeds dat de prijsmutaties in de tweede helft van het jaar vanzelf zullen afvlakken. Het permanente kamp wijst op de grote geldhoeveelheid, de aanhoudende supply chain problemen (chiptekorten, congestie in de havens) en de krappe arbeidsmarkt, waardoor de Amerikaanse lonen snel oplopen. Deze groep denkt dat er sneller en harder moet worden ingegrepen om ‘Turkse toestanden’ te voorkomen. De reële rente, het verschil tussen nominale rente en inflatie, is nu negatief, maar zou in een situatie met een redelijke economische groei, ca 2% positief moeten zijn.
Overige factoren
De strijd is nog niet beslecht, er zijn natuurlijk nog meer factoren dan hierboven aangestipt die van invloed zijn op de ontwikkeling van de prijzen in de VS. Denk aan het virus, het begrotingstekort, Oekraïne, de olieprijs. De inflatiecijfers over de eerste maanden van dit nieuwe jaar zullen bepalend zijn of de Fed de druk om harder in te grijpen kan weerstaan. De Amerikaanse nobelprijswinnaar economie Milton Friedman beweerde: “Inflation is always and everywhere a monetary phenomenon”. Daar is wel iets op af te dingen, maar duidelijk is dat de monetaire beleidsmakers bij de Fed nu de sleutel in handen hebben.
Overigens komt deze week ook de Europese Centrale Bank bijeen. In Europa is de situatie iets anders. Daarover misschien een volgende keer.